Vliegstijl:
Zoals blijkt uit de omschrijving van
de Manchester en de Sheffield tippler, bestaat er dus een onderscheid in
lichaamsbouw en vliegstijl. Dat deze vliegstijl, het hoog of laagvliegen, van
invloed is op de DUUR van de vlucht zal uit het volgende duidelijk worden. Het is te begrijpen, dat een tippler,
die de gehele dag op zeer grote hoogte vliegt, de aarde tegen zonsondergang als
een donkere vlek ziet. De hoogvlieger ziet de zon namelijk
langer dan de laagvlieger. Als het dus, laten we zeggen op De zgn. laagvlieger echter, kent uit
ervaring de in de buurt van zijn hok aanwezige obstakels als hoge bomen,
schoorstenen of huizen en zal daardoor in staat zijn ook bij duisternis nog
enige tijd te blijven vliegen en het hok terug weten te vinden. De tijd die
verloopt, tussen het begin van de schemering en volslagen duisternis, ligt hij
dus op zijn zgn. hoogvlieger-collega (b.v. de Bodens en Manchesters) voor. In het algemeen worden de
hoogvliegende tipplers om deze reden dan ook NIET voor lange-duurvluchten
gebruikt. Men prefereert de laagvliegende stammen. Bron: van der Wel
brochure Note: Tipplers zijn in staat om in het
volslagen donker tot drie uren of langer na zonsondergang door te vliegen.
Zoals in 2005 werd bewezen op de Long Day (18 en 19 juni). Piet van der Werf
uit Oosterbierum met zijn blauwe Ierse stam tipplers en Johan Makkinga, Ommen
Foto
Peter Koopmans
Blauwe Ierse tipplers
van A. Toeter